Financiële verantwoording

De baten zijn incidenteel € 193.000 lager dan begroot, door minder inkomsten uit rioolheffing door minder waterafvoer door zakelijke partijen en een kleinere groei van het aantal rioolaansluitingen dan voorzien op basis van de woningbouwambitie.

De lasten zijn incidenteel € 200.000 lager dan begroot, door vertraging van het project 'drijvend groen' bij de Stadswerven naar 2022. De voorbereiding van het project duurt langer dan verwacht in verband met getijden waar rekening mee gehouden dient te worden.

Een bedrag van € 200.000 is conform raadsbesluit 0014639 van 22 februari 2022 overgeheveld naar 2022.

De lasten en baten zijn incidenteel € 759.000 lager dan begroot, omdat de uitvoering van diverse klimaatadaptieve maatregelen in de Dordwijkzone doorloopt in 2022. De baten vanuit de Rijksbijdrage voor de uitvoeringspilot Ruimtelijke Adaptatie verschuiven eveneens naar 2022.

De lasten zijn incidenteel € 114.000 lager dan begroot, omdat de projectorganisatie eind december 2021 na besluitvorming over het voorbereidingsbudget pas opgezet kon worden en de voorbereiding van het project aansluitend kon worden opgestart. Derhalve is € 114.000 minder onttrokken uit de AD2030 Reserve Dordwijkzone.

De lasten zijn incidenteel € 200.000 lager dan begroot, omdat het vergroenen van geluidsschermen pas kan starten na oplevering van de N3 door Rijkswaterstaat (RWS) in februari 2022.

De lasten zijn incidenteel € 183.000 lager dan begroot, omdat het huidig essenbestand in Dordrecht nu voldoende gezond is, dat de financiële impuls voor het laatste jaar van de tijdelijke intensivering bestrijding essentakziekte niet volledig ingezet hoefde te worden.

De lasten zijn incidenteel € 60.000 lager dan begroot, omdat de geplande maatregelen uit het bestek stedelijk groenonderhoud watergangen doorlopen naar 2022. Dit komt doordat in 2021 met een nieuwe aannemer is gestart en de hoeveelheid slootvuil groter was dan voorzien. Bovendien waren door het groeizame weer de rietkragen dikker en hoger dan normaal.

Een bedrag van € 60.000 is conform raadsbesluit 0014639 van 22 februari 2022 overgeheveld naar 2022.

De lasten zijn incidenteel € 133.000 hoger dan begroot, omdat meer vergunningen zijn verleend voor kabels en leidingen en meer graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd voor het dichten van sleuven. Het betreft werkzaamheden als gevolg van nieuwbouw en ontwikkelgebieden, het oplossen van storingen en onderhoud aan bestaande netten door netbeheerders en gemeente en de energietransitie.

De baten zijn incidenteel € 305.000 hoger dan begroot, omdat meer vergunningen zijn verleend voor kabels en leidingen en meer graafwerkzaamheden zijn doorberekend voor het dichten van sleuven.

De lasten voor onderhoud droog beheer in het zeehavengebied zijn incidenteel € 500.000 lager dan begroot door gewijzigde contractafspraken met het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) waarbij de lagere kosten volledig worden gecompenseerd door lagere erfpacht inkomsten. Zie ook toelichting op het programma Bouwend en Bereikbaar .

De lasten en baten zijn incidenteel € 360.000 hoger dan begroot, omdat de kosten van een aantal projecten (bijvoorbeeld voor VRI's, openbare verlichting en asfalteringswerk) zijn doorberekend aan derden in de regio.

De lasten zijn incidenteel € 182.000 lager dan begroot, omdat na inspectie geen grote betonreparaties en/of schilderwerken voor met name tunnels en hekwerken nodig bleken en het onderhoud aan de twee nieuw geplaatste openbare toiletten meevalt.

De lasten zijn structureel € 110.000 hoger dan begroot, omdat:

• de elektriciteitstarieven significant zijn gestegen (€ 70.000).
• er voor € 40.000 meer elektriciteit is afgenomen en doorberekend aan stroomverbruikers.

De baten zijn structureel € 40.000 hoger dan begroot, omdat meer elektriciteit kan worden doorberekend aan afnemers.

De lasten zijn structureel € 100.000 hoger dan begroot, omdat het oplossen van automaatstoringen bij de steeds meer toegepaste nieuwe 'slimme technologie' van de I-VRI's complexer en duurder is dan van minder gecompliceerde VRI's.

De lasten zijn incidenteel € 310.000 hoger dan begroot, door intensivering op de opgaven Bouwende stad en Waterstad.

De lasten zijn incidenteel € 85.000 lager dan begroot, omdat de realisatie van het geluidscherm op de locatie van Leerpark 2F is vertraagd, door een langer dan verwachte vergunningen procedure.

Een bedrag van € 85.000 is conform raadsbesluit 0014639 van 22 februari 2022 overgeheveld naar 2022.

De lasten zijn incidenteel € 117.00 lager dan begroot, doordat de Omgeving Effecten Rapportage (OER) en het stedenbouwkundig plan voor het Maasterras en omgeving pas in 2022 worden opgesteld.

Er is hierdoor € 117.000 minder onttrokken aan de reserve Spoorzone.

Er is € 684.000 minder naar de reserve Afschrijving gestort, omdat de uitvoering van de extra maatregelen aan de Spartelvijver, waarvoor eind 2021 een aanvullend krediet is verleend, nu in voorbereiding zijn, maar pas in 2022 worden uitgevoerd.

De lasten zijn incidenteel € 77.000 hoger dan begroot, omdat er extra capaciteit is ingezet voor het opruimen van afvaloverlast en preventie.

De lasten zijn incidenteel € 113.000 hoger dan begroot, omdat meer opdrachten voor inhuur zijn gegeven en een architectenbureau is ingeschakeld.

De lasten zijn incidenteel € 326.000 lager dan begroot, door vertraging van activiteiten op programmaniveau. Door krapte op de arbeidsmarkt starten aangetrokken personeel en de onderzoeken pas in 2022. Hierdoor is ook de onttrekking aan de reserve € 326.000 lager dan begroot.

De lasten zijn € 88.000 hoger dan begroot, omdat voor Europese subsidieprojecten vanuit de opgave Waterstad meer activiteiten zijn georganiseerd en klimaatadaptieve maatregelen zijn genomen.

De baten zijn € 119.000 hoger dan begroot, omdat subsidies zijn ontvangen over deze hogere lasten en door een verrekening over voorgaande jaren.

De lasten zijn € 80.000 lager dan begroot, omdat de maatregelen gericht op gedragsverandering om zwerfafval te beperken vertraagd zijn door coronamaatregelen.

Een bedrag van € 80.000 is conform raadsbesluit 0014639 van 22 februari 2022 overgeheveld naar 2022.

Oorzaken met een verschil kleiner dan € 100.000 worden niet nader toegelicht.