Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) brengt, naast de Atlas van de lokale lasten, ook jaarlijks een overzicht uit met Kerngegevens van de grote gemeenten . Tot de grote gemeenten worden de gemeenten met ten minste 90.000 inwoners en de provinciehoofdsteden gerekend. Met ingang van 2020 betreft dit 40 gemeenten waar 41% van de Nederlandse bevolking woont. In het onderzoek worden de woonlasten vergeleken voor meerpersoonshuishoudens. Voor huurders gaat het om de afvalstoffenheffing en de rioolheffing gebruik. Voor eigenaar-bewoners gaat het om afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB. Deze laatste is gebaseerd op een woning met een gemiddelde WOZ-waarde.
Dordrecht neemt in 2021 voor eigenaar-bewoners met € 734 de negende plaats in, waarbij we een plek dalen ten opzichte van 2020. In 31 van de grote gemeenten zijn de lokale woonlasten dus hoger dan in Dordrecht. Tilburg is het goedkoopst en neemt met € 596 de eerste plaats in ten koste van de gemeente Den Haag die vanaf 2016 reeds de koppositie innam. Westland is de duurste van de grote gemeenten en staat met € 961 op de laatste plaats. De gemiddelde stijging van de woonlasten 2021 bedraagt 5,1% (€ 39,71) voor heel Nederland, 6,2% (€ 45,00) voor de grote gemeenten en 4,1% (€ 28,96) voor Dordrecht.
Voor wat betreft huurders neemt Dordrecht in 2021 met € 396 een 24e plaats in (in 2020 was dit een 23e plaats). Dit betekent dat in 16 van de grote gemeenten de lokale woonlasten voor huurders hoger zijn. Nijmegen neemt met € 38, net als in 2020 de eerste plaats in. Zaanstad is de duurste van de grote gemeenten en neemt met € 621 net als in 2020 de laatste plaats in. De gemiddelde stijging van de woonlasten 2021 voor deze groep bedraagt 6% (€ 23,17) voor heel Nederland, 8% (€ 29,02) voor de grote gemeenten en 4,9% (€ 18,48) voor Dordrecht.