De weerstandsratio komt bij de Jaarstukken 2021 uit op een stand van 2,8. Dat is ruim boven de met de raad afgesproken grens van 1,0. Deze stand is een verbetering ten opzichte van de stand uit de Begroting 2022 (ratio was 2,0) en een beperkte daling ten opzichte van de Jaarstukken 2020 (ratio was 3,1).
De verbetering van de ratio wordt veroorzaakt door storting van het jaarrekeningresultaat 2021 in de algemene reserve van de Stad wat voor een verdere ophoging van de ratio van het weerstandsvermogen ten opzichte van de laatst bekende stand uit de Begroting 2022 zorgt.
Bij de jaarstukken is er geen integraal moment van afweging voor de surplusruimte van € 35,7, te weten (€ 55,3 - € 19,6), boven de rationorm van 1,0. Dit is voorbehouden aan besluitvorming bij de Begroting 2023, waarin een actualisatie van het risicoprofiel en de verwachte vermogenspositie van het Grondbedrijf wordt opgenomen. Wij brengen daarnaast in beeld welke ruimtevragende intensiveringen uit bijvoorbeeld incidentele beleidswensen, ambities van het nieuwe college of te dekken tekorten uit haalbaarheidsstudies voor businesscases uit de Agenda Dordt 2030 integraal afgewogen dienen te worden.
De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Nieuwe projecten, economische ontwikkelingen en investeringsbeslissingen kunnen het risicoprofiel beïnvloeden waardoor het weerstandsvermogen aan tussentijdse fluctuaties onderhevig is.